Eindelijk is het dan zover. Deze zomer startte ik met het Pieterpad. Ik loop in het spoor van vele voetstappen. De route ligt vast. Maar de avonturen die ik onderweg ga beleven liggen nog onbelopen voor mij.
Een klein ritueel
Ik laat een foto maken bij het startpunt. Wat is toch die fascinatie om, net als al die anderen, daar óók vereeuwigd te willen worden? In de facebookgroep van het Pieterpad komen de foto´s van de grote gele letters met blije wandelaars dagelijks voorbij. Maar nu is alles anders. Nu sta ík hier en is het mijn wandeltocht die begint. De foto maken is letterlijk en figuurlijk stilstaan bij het begin. Het geeft mij ook een gevoel van verbinding. Ik sta waar al die anderen ook stonden. Het voelt als het deelnemen aan een klein ritueel, een initiatie: ook ik ben nu een Pieterpadder.
Onverwachte douchegasten
Ik slaap in het Dorpslogement in een eenvoudige kamer met een heerlijk dakraam waarboven boerenzwaluwen vliegen. De douches op deze etage zijn op de gang en dus gedeeld. Een bewuste keuze om mezelf uit te dagen. Wil ik ooit de Camino lopen, dan zal ik moeten wennen aan gedeelde douches en slaapruimtes. De douche blijk ik ’s morgens niet zozeer te delen met andere logées maar met een paar spinnen die als folkloristische versiering in hoekjes van de doucheruimte hangen. Langpoters, waar ik vroeger als kind haastig mama bij haalde om ze weg te halen. Geen mama hier, snel douchen en mij niet aanstellen.
Een tuinsprookje
Bij georganiseerde meerdaagse wandelevenementen houd ik bij iedere rustplaats de tijd in de gaten. Te laat binnenkomen betekent de dag erna niet starten. Vandaag hoeft dat niet, en dus zit ik heerlijk anderhalf uur lang te lunchen na het wandelen van de proloog. Ik zit in de tuin van Tuincafé Bertje Jens, een aanrader van het Dorpslogement. De beschutte tuin voelt als een sprookje. Rondom de tafels zijn volop vlinders, verse, geurende kruiden en kleurige bloemen. De kruiden en eetbare bloemen zie ik even later terug op mijn bord bij een smakelijke quiche. Meer nog dan het heerlijke eten geniet ik van de lieve mensen die het café runnen.
De welkome kermis
Het is een warme dag. Prachtig wandelweer, maar ook dorstigmakend. Na de nodige kilometers heb ik zin in méér dan water uit mijn waterflessen. Een ijsje, daar heb ik zin in! Wanneer ik Eenrum binnenkom, blijkt daar dé kermis van het jaar te zijn. Ai, drukte, daar zit ik eigenlijk niet op te wachten. Maar wie kermis zegt, zegt ook lekkernijen. En inderdaad, slechts een paar minuten nadat ik verlangde naar ijs sta ik oog in oog met een kleine ambachtelijke ijsverkoper. ‘The trail provides’ zeggen ze bij de grotere wandeltochten. Hoe klein ook, toch voelt dit als zo´n trail-cadeautje. Het onverwachte, de timing en mijn vermoeidheid maken het tot het Lekkerste IJs Ooit.
Terwijl ik van het ijs geniet, voel ik ook dat een sanitaire stop gewenst zou zijn. Ook daar voorziet de kermis in, en met mijn laatste 50 cent-munt voorzie ik mijzelf van het ontspannen vervolgen van de etappe, richting Winsum.
Een onverwacht tafereel
Het laatste stuk richting Winsum loop ik langs woonboten. De benen zijn moe en de voorraad fruitkoeken, water en brood zo goed als op. Ik snak naar het eindpunt, waar volgens het Pieterpadboekje een café zit. Een beetje op de automatische piloot loop ik door. Het is een rustig pad, slechts enkele fietsers en een verdwaalde auto delen de weg met mij. Misschien valt het mij daarom extra op wanneer bij een van de woonboten een deur opengaat. Ik draai mijn gezicht naar de woonboot. En zie een onverwacht tafereel.
Voor de woonboot staat een man. Hij staat op het punt vuilnis in de afvalbak naast hem te gooien. Het had een gewoon, huiselijk tafereel kunnen zijn. Wat die huiselijkheid in de weg zit is het feit dat hij spiernaakt is.
Vrouw alleen komt blote man tegen. Dan ga je toch razendsnel de situatie inschatten. Gooit hij toevallig het vuilnis weg of wil hij nietsvermoedende wandelaars flashen? Ik kijk hem aan, tast zijn blik af. Hij kijkt zoals een geschrokken hert dat zich heel stil houdt, hopend dat je hem niet ziet. Zijn blik doet de situatie kantelen. Van Sneeuwwitje lijk ik ineens de Jager geworden. Ik doorbreek ons beider ongemak met een ‘Goeiendag!’ Hij groet terug, opgelucht stel ik mij zo voor, en ik loop door, richting het eindpunt.
Bij het eindpunt plof ik neer op een terras en geniet van een koude frisdrank. Ik speel in mijn gedachten de film van mijn eerste Pieterpaddag af. Ik heb schapen gegroet, heerlijk gegeten en genoten van uitgestrekte velden, vlinders en bloemen.
Het Pieterpad is prachtig. Maar er zijn ook momenten dat het, hoe zal ik het zeggen, echt niets om het lijf heeft.
Reactie plaatsen
Reacties