Hertjes kijken is een geliefde hobby van veel wandelaars. Veel grote viervoeters jagen mij schrik aan, maar de damherten van de Amsterdamse Waterleidingduinen niet. Behalve die ene keer, toen ik nietsvermoedend tijdens de bronst ging wandelen. Dat werd een wandeling waarin Bambi zich van een heel andere kant liet zien.
De herten van de Waterleidingduinen zijn zeer gewend aan mensen. Soms schrikt er eentje op en springt van je weg. Maar meestal kijken ze bijna verveeld naar je en gaan door met gras eten en herkauwen. Iedereen die hertjes wil kijken kan hier een prima dag doorbrengen.
Hoe anders is dat tijdens de bronsttijd. En dat was ik even vergeten toen ik zin had om mooie foto's te maken en te genieten van mijn vertrouwde 'rondje Waterleidingduinen' met een pannenkoek na bij het restaurant aan de ingang. Die troostpannenkoek zou ik hard nodig hebben na afloop.
Bambi, maar dan anders
Hoe beschrijf je burlen als je het voor het heerst hoort? Een oergeluid, iets uit een thriller. Ik zag nog geen enkel hert, maar het burlen kwam van alle kanten. Dat gaf het iets onheilspellends- waar zaten die beesten? Vooral op de paden waar ik alleen liep kreeg ik er de rillingen van. Alsof ik in de thriller 'Bambi: The Reckoning' was verzeild. Daarin neemt een volwassen Bambi wraak. Tip: niet gaan kijken voor een wandeling, en misschien helemaal niet als je het lieve-hertje-van-Disney-gevoel wilt vasthouden.
Adrenaline
De herten zijn niet de enigen die afwijkend gedrag vertonen tijdens de bronst. Waar de herten zich verzamelden lagen minstens zoveel fotografen op de loer. Gestrekt in het gras, hangend over boomstronken, midden op paden. Sommigen in camouflagekleding en allemaal met zwaar geschut: de grootste telelens, de nieuwste camera, het serieuze werk. Mijn eigen camera kreeg spontaan een minderwaardigheidscomplex.
Waar ik mijn best deed om zover mogelijk van de herten weg te blijven, werden deze fotografen het liefst onderdeel van de roedel. Zo dicht mogelijk op de gevechten tussen de mannetjes zitten, de mooiste close up maken, dat ene shot voor online onsterfelijkheid. Serieuze blikken, camera in de aanslag. De adrenaline gierde niet alleen door de aderen van de herten.
Opgefokte herten
Had ik al gezegd dat ik stiekem duizend doden stierf? Die hartslag wilde maar niet kalmeren en waarom ademde ik zo gejaagd? Toch, of juist daarom, wilde ik deze wandeling niet inkorten maar afmaken volgens plan. Naast mijn angst kon ik nog net een kleine dosis nieuwsgierigheid aanboren. Kon ik hier iets van leren? Als het meeviel, zou ik mij dan een volgende keer meer op mijn gemak voelen? Bovendien, hoe erg kon het zijn? Als deze fotografen binnen loopafstand van imposante, opgefokte herten durfden te zijn, dan zou ik toch gewoon rustig op de paden kunnen lopen?
Klein detail: de fotografen waren vooral grote, stoere mannen. Daar stak ik met mijn één-meter-vijfenzestig-vrouw wat schril bij af. Bovendien heb ik het gevoel dat die mannetjesherten dat verschil ook zien en denken: dat vrouwtje kan ik aan. Die gedachte werd versterkt telkens wanneer een damhert intimiderend ging burlen als ik langs liep. De campagnes van straatintimidatie waren duidelijk aan hen voorbij gegaan. Het is goed dat ik hen niet verstond, want wat ze leken te zeggen kwam niet vleiend over.
Toch niet dood
Wie zo vol adrenaline zit en constant aan het vechten is, wordt moe. De bronsttijd put de mannetjes dan ook uit. Ik zag een aantal van hen her en der liggen, de kop op de grond, de blik leeg en vermoeid. Dat waren de momenten dat ik mijn bescheiden camera probeerde te redden van zijn minderwaardigheidscomplex. Van een veilige afstand zoomde ik in en legde herten vast na de strijd. Eén van hen lag zo lang stil dat ik twijfelde of hij de strijd had overleefd. Ik bleef staan tot hij zijn kop wat verlegde- gelukkig, toch niet dood.
Deed-ie lelijk?
Van het fotograferen van de vermoeide strijders kreeg ik zowaar een klein beetje moed. Vanuit een bosgebied leidde het pad naar een open vlakte. Twee camouflage-fotografen stonden op het pad. Een meter of dertig voor hen lag een hert uit te rusten. Mooi, daar kon ik vast weer een mooi plaatje van maken. Dacht ik. Het liep anders. Het hert reageerde als een BN'er die een tabloid-fotograaf in de bosjes ontwaart. Wankel kwam hij overeind en begon te burlen dat het een lieve lust was. Met trillende benen liep ik in een zeer grote bocht om hem heen. Mijn lef was op, de camera bleef uit. 'Deed-ie lelijk tegen je?' vroeg een van de camouflagemannen.
Het bronstseizoen laat ik voorlopig links liggen. Ik heb de wandeling volbracht en kwam thuis met een paar mooie foto's. Maar óók met het gevoel dat ik voorlopig maar moest oefenen met wandelen tussen makke schapen, er zijn nu eenmaal uitdagingen die mij nog een maatje te groot zijn.
Reactie plaatsen
Reacties
¡Juanita, qué experiencia tan aterradora! Pero también admirable que te mantuvieras firme y completaras tu paseo. Nos compartes una historia fascinante y unas fotos super tiernas que no rompen del todo la imagen que tenemos de “Bambi”. Gracias por el relato; ya sabemos que las primeras semanas de octubre no son las mejores para visitar a Bambi 😅. Espero que las panquecas hayan sido un merecido premio a tu valor.
Echt mooie foto's !!!
Dankjewel!